Geert Brookman is R&D manager bij Repak, een Drents bedrijf gespecialiseerd in dieptrek verpakken.
Hun robuuste verpakkingsmachines worden wereldwijd voor hun betrouwbaarheid en flexibele inzetbaarheid gewaardeerd, vooral in de voedselindustrie.

In dit interview geeft tips Geert hoe hij het juiste team koos voor een sprintweek bij 6’4” design manufactory en de ProductStrategen.

Wat was er bijzonder aan de samenstelling van je sprintteam?

Ik had het perfecte team: waaronder een aantal ontwikkelaars die weten hoe de machine werkt, maar niet hoe je hem bedient.

Dan iemand vanuit service en troubleshooting. Hij komt in het veld alle mogelijke afwijkingen tegen die opgelost moeten worden.

Plus de software engineer, die ook mede de grondlegger is van het bestaande platform.

En tenslotte de directeur-eigenaar. Om het DNA van het bedrijf boven water te houden en om ervoor te zorgen dat wij de besluiten kon nemen op het juiste moment.

Wat werkte goed in deze opzicht?

Wat echt goed werkte was het vertalen van alle wensen en eisen van het gebruikersscenario en van alle verschillende gebruikersgroepen, terug naar één scenario wat je in een prototype vangt.

Daarmee forceer je een aantal keuzes. Je gaat er heel bewust mee om en combineert zo veel mogelijk. Tegelijkertijd ben je heel gericht bezig. Dat scheelt enorm in de tijd.

Hoe vond je team de sprintweek?

De eerste dagen werden als zwaar ervaren. Omdat je kennis echt op de proef wordt gesteld. Het is veel wat je moet spuien. Het is overweldigend en dat kreeg ik ook terug.

Ik merkte dat er een behoefte was om ’s avonds toch nog even te bellen met de vraag “wat is er nu eigenlijk allemaal gebeurt vandaag?”. Maar dan heb ik het vooral over de eerste twee dagen.

Op de woensdag ga je al keuzes maken en trechteren. Dan wordt het concreet. Daar voelt iedereen zich ook – tenminste in mijn teamsamenstelling – veel comfortabeler bij.

En dan de donderdag, wanneer je gaat bouwen, ja dan is natuurlijk iedereen vol energie.

Hoe waren de interviews op de vijfde en laatste dag voor je team?

Alle teamleden waren allemaal enthousiast. Daarnaast waren de ervaringen verdeeld. De ene heeft het ervaren als een soort van ontspannen dag om terug te kijken naar de week: wat is daar nu eigenlijk uitgekomen en hoe reageert men erop?

En de andere, die had juist ’s middags om drie uur dat hij helemaal op was. Het was voor hen echt de laatste spanningsboog die nog paste in de week.

Vergeleken met je traditionele manier van werken, wat was het grootste verschil voor jou en je team?

Normaalgesproken lopen projecten langere tijd parallel. Dan heb je een hele gespreide aandacht. Zo’n sprintweek is heel intens. Je concentreert heel erg je capaciteit en je hebt alle focus op het ene project.  Dat is echt een omslag.

Wat bleek achteraf gezien heel erg nuttig of waardevol te zijn?

Ik was uiteindelijk positief verast over de eenvoud van onze oplossing. In de eerste twee dagen, leek er eigenlijk geen oplossing te komen. Dan zit je zo ver af van wat je wil bereiken dat je eigenlijk soms nog even het gevoel hebt “waar gaat dit heen en krijg ik überhaupt wel iets”.

Als je dan ziet hoe concreet het was op de vrijdag en hoe eenvoudig eigenlijk de oplossing voor een complex vraagstuk is geworden. Dat vond ik waanzinnig.

Lees in het eerste deel van Geerts interview over zijn ervaringen en het verassende resultaat van een sprintweek bij 6’4” design manufactory.

Geert Brookman is R&D manager bij Repak, een Drents bedrijf gespecialiseerd in dieptrek verpakken.
Hun robuuste verpakkingsmachines worden wereldwijd voor hun betrouwbaarheid en flexibele inzetbaarheid gewaardeerd, vooral in de voedselindustrie.

In dit interview vertelt Geert over zijn ervaringen met een sprintweek bij 6’4” design manufactory en de ProductStrategen. 

Geert, hoe kwam je bij 6’4” terecht voor een sprintweek?

In korte tijdspanne moesten we een gevoelig onderwerp oppakken: de software van onze dieptrekkingsverpakkingsmachines. Deze is al meer dan 15 jaar oud en constant verbeterd.

Omdat er zo veel historie in zit, wilden wij van verschillende kanten achterhalen wat de kern van de oplossing is. De software wordt voor en door meerdere disciplines gebruikt. En iedere discipline heeft z’n eigen manier van toegang tot en gebruik van de software.

De gebruikers zijn gewend aan de bedieningswijze en het is dé tool voor velen. Dat wil je in stand houden zonder het als belemmering te zien voor een nieuwe, innovatieve manier van besturen van de machine.

Hoe wilde je dit eerst gaan oplossen?

Het oorspronkelijke plan was met een tijd-bewegings-diagram te werken. Door te achterhalen wie welke afloop wanneer gebruikt, wilden wij een ideale match maken tussen wat de gebruiker zou willen zien/ kunnen doen en hoe dat visueel weergegeven wordt.

Dat was het plan tenminste. Maar tijdens het werk werd er vooral gesproken over hoe de machine werkt en niet hoe de gebruiker deze zou willen gebruiken. Het gevaar is dan dat het er niet meer over gaat wat de klant wil, maar over wat jij als Repak medewerker wil.

Zo verlies je naar mijn idee het einddoel uit de ogen. En dat is namelijk dat je een super tevreden klant hebt, sterker nog, een fan van je besturing.

Je koos uiteindelijk ervoor om een sprintweek te houden. Wat was je ervaring hiermee?

Intensief! (moet lachen) Het was onwijs bijzonder om mee te maken hoeveel informatie je bij elkaar en gebundeld krijgt in hele korte tijd.

En daar zit voor mij vooral de kunst, bij het bundelen. Dat het gelukt is om tot de essentie te komen van: wat heb ik, wat wil ik eigenlijk bereiken en wat is in ieders belang.

Ik vond het heel knap dat we dat donderdagochtend in de sprintweek hadden staan.

Voor welke soort van projecten zou je weer een sprintweek willen doen?

We hebben het nu voor software gedaan en ook voor de visuele weergave van de HMI. Daar vind ik het heel erg passend voor.

In meer of mindere mate hebben we het ook al een paar keer aangewend wanneer we een probleem in het veld hebben. Dan past deze aanpak ook heel goed. De sprintvraag is in dat geval: “Ik heb een situatie in het veld, wat is een oplossing voor dat acute probleem?”.

Je richt een dag in waar je eerst gaat kijken; Wat is dan eigenlijk het probleem, wat kan de oorzaak zijn. Dag twee en drie, waarin je echt even de breedte ingaat en vervolgens ook heel snel keuzes maakt, kan je dan terugbrengen naar een dag. En dan iets proberen, bouwen en testen. Tenslotte kan je dan bij jouw klant, waar het probleem zich voordoet, het voorstel neerleggen.

Dat komt eigenlijk heel erg overeen met de aanpak, die je in zo’n sprintweek hebt.

Dus jullie hebben het proces al op jullie situatie aangepast?

Voor dit specifieke punt, ja. Voor service past dit goed. Voor sommige mechanische ontwikkelingen zie ik de moeilijkheid vooral in het maken en testen van een prototype op korte termijn.

Maar nog steeds zijn de eerste twee dagen heel erg waardevol. En dat zou je bij ieder project kunnen doen. De eerste twee, drie dagen zou je prima in kunnen steken als zijnde een soort van aftrap voor een project. Er komen dan vele vragen uit die verder onderzocht moeten worden.

In het verleden is veel ontwikkelt op klantvraag. Als je het op die manier aanpakt, dus eigenlijk helemaal ontwikkelen op order, krijg je vaak een oplossing voor dit actuele vraagstuk bij die ene klant.

De vraag is of je daarmee een oplossing neerzet die schaalbaar is en die ook zo robuust is dat je deze voor meerdere klanten zou kunnen toepassen en in je portfolio opnemen kan.

Dat is wel een van de dingen die we uit de spintweek hebben gehaald: We moeten altijd de tijd nemen, ook al hebben we weinig tijd. Dan is zo’n sprintmodel natuurlijk heel mooi. Om in kaart te brengen “wat zou nou het ultieme zijn?” Wanneer hebben we nu een groter bereik dan deze ene klant? En kunnen we met datgene, wat we dan definiëren, ook deze klant bedienen.

Aan wie zou je een sprintweek aanbevelen?

Ik zou machinebouwers dit zeker aanraden. De valkuil van de apparatenbouwer is om een apparaat of machine te bouwen waarbij je technisch vernuft en de oplossing in de techniek centraal staat.

Vaak gaat het om een slimme oplossing te vinden, eenvoudig van aard, maar superieur van kwaliteit. Echter, je ontwikkelt niet een superieure oplossing door deze complex of heel vernuftig te maken. Het gaat erom dat de gebruiker het ervaart als slim en betrouwbaar.

Wat je met de sprintweek doet, is dat je eigenlijk op dag één al nadenkt over wie ga ik interviewen op de laatste dag. Vaak is het de gebruiker, of bijvoorbeeld ook een servicemonteur, die je op weg wilt sturen met een nieuwe toolkit. Of het is een monteur in de fabriek, die een module moet assembleren en die je nieuwe werkinstructies wilt geven.

Dan is het niet zo zeer vanuit de techniek maar juist vanuit de gebruiker redeneren belangrijk.

Wat was het uiteindelijke resultaat van jullie sprintweek?

Heel concreet hebben wij aan het eind van de week een bedieningsconcept opgeleverd, waarbij we op veel intuïtiever manier de gebruiker door onze machine loodsen.

Daarnaast hebben we eigenlijk een heel mooie “onderlegger” gecreëerd. Hiermee we konden gaan praatten met allerlei stakeholders over de weergave en het visuele aspect. Dat was namelijk ook een heel groot openstaand punt in het begin: Wat is nu de uitstraling van de toekomst? Wat past er bij het merk? Zonder al het oude over boord te gooien, de belangrijke elementen hoog te houden en toch en fris en nieuw uiterlijk te creëren.

Wat ik opvallend vond was het effect van het visuele. Het werd bij ieder testinterview nadrukkelijk uitgesproken: “Dit gaat om de functionaliteit, het gaat om een bedieningsconcept”. Maar de eerste indruk gaat om wat je ziet. Dat is voor mij een heel belangrijke les, die ik hieruit heb gehaald.

Ook bij een ontwikkeling van een fysiek product geldt ook: De eerste indruk wordt bepaald door wat je waarneemt, dus onder andere door wat je ziet. Pas de tweede stap is hoe je het gebruikt. Is dat geslaagd, creëer je een positieve basis.

Dan creëer je het ideaal moment om over de functionaliteit van je concept te praten. En juist met deze feedback ontwerp je een oplossing, die van je gebruikers en klanten fans maakt. 

Als ik maar drie boeken mocht meenemen naar een eiland voor productinnovatie, dan zijn deze drie titels mijn absolute topfavorieten:

“Escaping the Build Trap”

van Melissa Perri

Als product- of innovatiemanager mag je dit boek echt niet missen. Je herkent het zeker: er moeten steeds meer nieuwe features voor je product geleverd worden; iedereen is druk om de deadlines te halen. Niemand staat er meer bij stil om te kijken waar het bedrijf eigenlijk naar toe gaat. Zijn dit soort producten wel de juiste keuzes om de businessgoals te bereiken? De race voor de klanten is op den duur zo niet te winnen.

Bedrijven die alleen maar op features gefocust zijn in plaats van op de waarde die deze features vertegenwoordigen, vallen snel in de “build trap”. Opeens is de planning belangrijker dan goed naar de behoeftes en wensen van je doelgroep te luisteren.

In dit boek betoogt Melissa Perri hoe je met een optimaal opgezette productstrategie echte klantproblemen oplost en tegelijkertijd je bedrijfsdoelen haalt. Wanneer je hele organisatie productgeoriënteerd werkt, komt dit ten goede aan je klanten én je bedrijf.

Melissa legt uit hoe je een productorganisatie opzet die meegroeit. Hoe productstrategie de bedrijfsvisie en economische activiteiten met de productontwikkeling verbindt. Hoe je de juiste kansen identificeert en vervolgens gebruikt om waarde te creëren voor je bedrijf en je klanten. En hoe je dit met een iteratief productinnovatiekader bewerkstelligt, keer op keer.

Dit boek zit bomvol met nuttige tips en trucs om meteen aan de slag te gaan. Talloze voorbeelden uit de praktijk zullen je helpen je team voor productmanagement te enthousiasmeren. De heldere en duidelijke taal is bovendien erg prettig om te lezen. Een echte aanrader!

“Scramble”

van Marty Neumeier

Voor degene die graag verhalen lezen, zal dit bedrijfsstrategieboek mooie vakantielectuur zijn. Marty Neumeier verweeft in dit boek zijn ervaringen als bedrijfsconsultant met agile strategie in een meeslepend businessthriller.

Dit is het verhaal van een versgebakken CEO die grootse beslissingen moet nemen: hij en zijn team moeten binnen vijf weken hun gehele bedrijfsmodel overdenken. Of alles verliezen. De tijd loopt – kunnen zij het halen?

Met agile strategie wordt de traditionele aanpak voor merk- en visieontwikkeling ondersteboven gegooid: in plaats van lineair werk je holistisch. Met je team, niet vanuit het leiderschap. Je gaat op zoek naar ruwe antwoorden op slimme vragen in plaats van juiste antwoorden op irrelevante vragen. Het voelt meer als jazz spelen dan naar klassieke muziek luisteren.

Waarom zo’n radicale aanpak? Om als bedrijf te kunnen blijven bestaan, is het niet meer voldoende om reeds geschreven noten te volgen. Bedrijven moeten veel meer een volledig nieuwe toonsoort bedenken.

Marty heeft een pakkend verhaal geschreven waarvan je achteraf pas doorhebt hoeveel je ervan geleerd hebt. Hij maakt hierbij gebruik van een van onze meest menselijke eigenschappen: niemand kan een goed verhaal weerstaan. Het boek is trouwens ook als luisterboek beschikbaar – net zo handig.

“Sprint”

van Jake Knapp

Inmiddels een echte klassieker voor iedereen die met innovatie te maken heeft, daarom mag dit boek uiteraard niet missen in mijn lijst. De ondertitel “How to solve big problems and test new ideas in just five days” klinkt misschien een beetje hoog gegrepen, maar dit boek is een ware schat.

Jake heeft een innovatieproces ontwikkelt dat je echt gaat helpen. Door design thinking toe te passen op het hele ontwikkelingstraject en dit vervolgens in te dampen in vijfdaagse sprints levert hij een waardevolle handleiding voor effectieve productinnovatie.

Op de eerste dag wordt de vraagstelling grondig onder de loep genomen. Kijk je wel naar het juiste probleem of zit er misschien iets heel anders achter? Interviews met stakeholders en experts geven die dag waardevolle inzichten waar de uiteindelijke focus moet liggen.

De tweede dag bevat het snelle schetsen van verschillende oplossingen voor het probleem. Jake geeft hierbij onmisbare tips en trucs voor groepssessies en hoe je ineffectief en misleidend groepsdenken vermijdt. Alleen hiervoor is dit boek al de aanschaf waard.

De derde dag is volledig gewijd aan het besluitvormingsproces. Door belangrijke stakeholders vanaf het begin al te betrekken en mee te nemen in het proces, wordt gewaarborgd dat het project ook nadat de sprint is afgelopen niet aan momentum en draagvlak verliest.

Op de vierde dag wordt gebouwd! Niet het echte hele product, maar een realistische façade. Net genoeg om de belangrijkste ideeën te kunnen testen met je doelgroep.

Dag vijf is het zo ver: met vijf testpersonen uit je doelgroep wordt je idee meteen getest. Dit soort kwalitatief onderzoek levert je waardevolle inzichten op of je wel op de goede weg bent met je oplossing en op welke punten je in de volgende ronde moet focussen.

Toen ik de titel voor het eerst las, vond ik hem nogal overdreven en had het boek daarom eerst laten liggen. “Don’t judge a book by its cover”, dit is zeker waar. Inmiddels zal ik niet meer zonder mijn Sprintboek willen. Het is echt een enorm waardevolle toevoeging aan de gereedschapskist van de ProductStrategen en zal je zeker ook goed op pad helpen.

Voor welke boeken je ook kiest, ik wens je heel veel leesplezier en succes bij het toepassen!

Disclaimer: Dit artikel bevat affiliate links van managementboek.nl.

Hoe klein Paul ook is, hij redt levens, en dat zonder zelf een echt mens te zijn. Wat dit allemaal met productinnovatie te maken heeft? Meer dan je zou denken.

Deze week was ik met Health Innovation Park op de Medica in Düsseldorf. Een goed georganiseerde reis met een gezellige bus vol van (Oost-) Nederlandse ondernemers uit de medische branche – het is een echte aanrader en een mooie gelegenheid om je netwerk uit te breiden.

Trends van de Medica 2019

Voor mij stond vooral research op het programma. Wat zijn de nieuwe trends en wat zijn er allemaal voor inspirerende nieuwe oplossingen? Van de presentaties en paneldiscussies is me vooral Paul blijven hangen.

Als je nog nooit een prematuur geboren baby van dichtbij hebt gezien is dat nogal wat. Paul is een superrealistische simulatiepop van een te vroeggeboren kind. Hij is ontwikkeld door kinderarts en neonatoloog Jens-Christian Schwindt.

Het is  een fantastisch voorbeeld van de positieve impact van goed doordachte en uitgevoerde productinnovatie:

Wat artsen van piloten kunnen leren

Jens trok in zijn inleiding een interessant vergelijk tussen geneeskunde en de luchtvaart. Beide kennen hoog-risico situaties waarin mensenlevens moeten worden beschermd; snel en zonder fouten te maken.

Anders dan artsen moeten piloten ieder half jaar in een simulator stressvolle scenario’s trainen om hun licentie te mogen houden. De verantwoordelijkheid die op de schouders van hen en hun teams rust is enorm.

Precies daarom moet iedere handeling een automatisme zijn, ook wanneer deze onder onvoorstelbare druk wordt uitgevoerd. Om dat te oefenen is een simulatie samen met je team een uitstekend middel.

Het dilemma

Gek genoeg bestaat er blijkbaar in de (Duitse) geneeskunde, zodra de opleiding is afgerond, geen verplichte training voor hoog-risico spoedgevallen, zoals bijvoorbeeld het stabiliseren van een onvoldragen kind in de neonatologie.

Bij zo’n ingreep is er niet veel tijd om alle nodige handelingen uit te voeren, en is er weinig speelruimte voor fouten.

Omdat vroeggeboortes nauwelijks te plannen zijn, moet het team op elk willekeurig moment alert en capabel zijn.

Het behandelteam moet niet alleen weten wat het moet doen. Het moet ook goed op elkaar ingespeeld zijn door de complexe en veeleisende handelingen regelmatig te oefenen.

Paul de held

De simulatiepop is daarom zo realistisch mogelijk gemaakt. Dat helpt niet alleen bij de fysieke handelingen.

Juist het realisme helpt om ook de heftige emoties tijdens de ingreep naar boven te laten komen. Deze typische reacties worden zo concreet doorvoeld en zodoende beheersbaarder gemaakt.

Dit alles in een veilige omgeving te kunnen trainen, zonder daadwerkelijk levens in gevaar te brengen, is goud waard.

Paul is verder een echt hightech poppetje. Met 3D-geprinte luchtwegen, verschillende sensoren, pols- en adembewegingen en een heleboel voorgeprogrammeerde scenario’s.

Door de ingebouwde batterij en antennes is Paul volledig kabelvrij te gebruiken. En zijn armen en benen zijn vervangbaar om bijvoorbeeld het leggen van een infuus te kunnen oefenen.

Met name door de menselijke factor te behartigen en Paul zo levensecht mogelijk te laten lijken en gedragen heeft het zoveel meerwaarde.

Nu is er een effectieve oplossing voor het trainen van hoog-risico scenario’s in te neonatologie.

Kudos voor Jens-Christian Schwindt en zijn team van SIM characters!

Het  vermogen om een visie te formuleren is essentieel voor ieder product-georiënteerd bedrijf.

Een heldere visie wijst je de weg naar een betere toekomst. Zij stelt je in staat om vanuit je visie ‘achteruit’ te werken en te begrijpen welke doelen je moet bereiken om daar te komen. 

Bovendien helpt een visie iedereen binnen je bedrijf zelfstandig de juiste beslissingen te nemen. Best handig als je snel en effectief wilt innoveren.

Een goede communicatie is hierbij van groot belang. Hoe duidelijker en inspirerender je je visie overbrengt, hoe krachtiger de resultaten.

Om een echte visionair te zijn, moet je overtuigd zijn van wat je doet, veel creativiteit hebben en je markt goed kennen.

Uiteraard staat de tijd nooit stil. Daarom moet je je visie regelmatig verifiëren en aanpassen aan de veranderende wereld.

Wat is een visie?

Er zijn twee soorten visies: de globale visie en je bedrijfs- of productvisie.

Een globale visie is een goed geïnformeerde mening over hoe de wereld, technologie en de markt eruit komt te zien in de komende 5 tot 10 jaren.

Je bedrijfs- of productvisie is hoe je wilt dat je bedrijf of product in deze toekomstige wereld past.

Zo zet je een globale visie op

Kijk goed naar hoe de dingen nu lopen en naar relevante trends. Denk hierbij aan trends in wetgeving, gebruiker, markt en technologie. Het gaat er vooral om dat je begrijpt wat er speelt, niet per se om een 100 % accurate voorspelling te maken.

Observeer je doelgroep goed, je hoeft hen niet altijd direct te vragen naar hun wensen. Soms is het al genoeg om één en één bij elkaar te tellen. Bijvoorbeeld door bestaande, maar aparte producten in een beter nieuw product samen te vatten.

Een goed voorbeeld hiervoor is het iPhone. Steve Jobs had het wiel niet opnieuw uitgevonden; digitale camera’s, mp3-spelers en mobieltjes waren er al eerder. Ook touchscreens en smartphones bestonden al een tijdje.

Het bijzondere aan Steve Jobs’ innovatie was de slimme combinatie van al deze producten, verpakt in een onweerstaanbaar design en met een doordachte servicewereld eromheen.

Waar begin je?

Denk aan de trends die je bekend zijn en zoek er aanvullende informatie over op. Vaak ontdek je andere relevante trends dicht in de buurt.

Kijk daarna naar algemene trends die spelen. Vanuit hier trek je conclusies door beide kanten met elkaar te combineren.

Kader voor een visie

• tijdsspanne 5 – 10 jaren in de toekomst

• hoe ziet de wereld er dan uit?

• hoe ziet je industrie er dan uit?

• welke technologische trends en veranderingen komen eraan?

• hoe zal je concurrentie reageren?

Vaak genoeg hebben je eigen R&D of designafdelingen niet genoeg tijd voor dit soort grondige, maar cruciale onderzoeken.

De ProductStrategen helpen je met het verkennen van relevante trends, jouw markt, technologie en doelgroep. We vertalen de meest veelbelovende mogelijkheden naar een heldere en overtuigende visie, welke precies bij jouw bedrijf en je ambities past.

Nieuwsgierig hoe je toekomst eruit kan zien? Neem contact op en laat ons samen aan de slag gaan.

“You only get one chance for a first impression.” Dit waren de eerste worden toen Jeroen Bakker, creator bij en CEO van NEXI industries, zijn project aan mij voorstelde.

Zijn idee voor een modulair systeem voor effectpedalen was revolutionair. Jeroen wilde een geïntegreerde pedalenbak voor gitaristen op de markt brengen die kabelvrij, analoog en spatwaterdicht zou zijn:

Sinds de eerste effectpedalen in de jaren 50 uitgevonden werden, waren de innovaties in die markt vooral op het gebied van klank gemaakt en niet per se gebruiksgemak. Zo is bijvoorbeeld het design van marktvoerder BOSS in meer dan veertig jaar nauwelijks veranderd.

Jeroens idee was enorm waardevol: er was nog geen vergelijkbaar product, qua techniek was het geen rocket science en hij had de productie- en distributiecapaciteiten al klaarstaan.

Om met het businessmodel te kunnen slagen was het echter cruciaal om meteen een succesvol product in de markt te kunnen zetten. Jeroen kwam oorspronkelijk uit de speelgoedbranche en wist maar al te goed hoe snel goede producten gewoonweg gekopieerd worden.

Het effect van een design-first strategie

Hij wilde vanaf dag één een zo groot mogelijke positieve indruk achterlaten. Om je doelgroep te kunnen enthousiasmeren moet je wel een gaaf product neerzetten. Hij vroeg aan 6’4” design manufactory om een waardig design te creëren voor The Solution en de bijhorende effectpedalen.

En wat een succes was het! Het winnen van twee internationale designprijzen, de iF Award en de Red Dot Award, en talloze top recensies van de muziekmedia bewees NEXIs design-first strategie.

Meer weten over The Solution? Klik hier voor meer informatie of ga na www.nexi.eu.

Stel je hebt een ingeving voor een nieuw product. Hoe weet je of dit ook echt een succes op de markt gaat worden? Als het een goed idee is, heb je al een voorsprong. Maar ben je je er bewust van hoe belangrijk het is om dezelfde kwaliteit ook in de uitvoering van je idee na te streven?

Slechte ideeën zijn er al meer dan genoeg. Met de juiste uitvoering kan zelfs een matig idee meer bereiken dan een fantastisch idee dat slecht is uitgevoerd.

Een slecht gerealiseerd maar in principe waardevol idee is alleen maar een cadeau aan je concurrentie.

Veel gefaalde startups kunnen daarover meepraten. Een concurrent met meer drive zal het idee alsnog met de juiste resources in een succesvol product vertalen en op de markt zetten. Zuur voor de originele bedenkers, wel mooi meegenomen voor de concurrentie.

In principe heb je deze vier mogelijkheden:

1. slecht idee met slechte uitvoering: zonde van je tijd, niet doen
2. goed idee met slechte uitvoering: pas op een ander bedrijf kopieert het en doet het beter.
3. slecht idee met goede uitvoering: misschien heb je geluk
4.  goed idee met goede uitvoering: wat houd je nog tegen?

Wat betekent nu een goede uitvoering?

Je wilt een idee naar een succesvol product vertalen. Hierbij helpt het om in het begin al goede ideeën van slechte te kunnen onderscheiden. Het proces om goede ideeën naar voren te brengen en met de juiste input en iteratie naar een toplevel te brengen noem je ideeënmanagement.

Vervolgens heb je voor een goede uitvoering het juiste team, resources en tijd nodig. Welk talent heb je al in huis en welke aanpak kies jij om het proces in gang te zetten?

Een goede strategie kijkt niet alleen maar naar het uiteindelijke product en de weg ernaartoe. De context en de motivatie is net zo belangrijk. Waarom doe je wat je doet? Welk doel wil je uiteindelijk bereiken en welke beslissingen moet je hiervoor nemen? Dit is wat wij bij Productstrategen een strategisch ontwerp noemen.

Een voorbeeld uit de praktijk

NEXI industries koos heel bewust voor een top uitvoering voor hun innovatie The Solution. Zij wisten dat hun revolutionair idee anders gewoon door copycats overgenomen zou worden. Twee internationale design awards en talloze toprecensies van de media later kan NEXI met trots terugblikken op een geslaagd innovatieproces.

Wil je meer weten over hoe de ProductStrategen jouw ideeën tot hun recht laten komen om ze vervolgens als prachtige producten op de markt te zetten? Neem contact op en laat ons samen je toekomst vormgeven.

Zonder creativiteit is er geen innovatie of vooruitgang.  Maar wat is creativiteit precies en wat heb je ervoor nodig? De Britse comedian John Cleese legt dit uit in zijn voordracht:

Dit zijn de 5 belangrijke ingrediënten wanneer je creatief aan de slag wil:

1. Ruimte

Gun jezelf de ruimte voor inspiratie, zowel fysiek als ook mentaal. Zoek een inspirerende omgeving op en wees open voor nieuwe gedachten. Even je mobiel op stil zetten en uiteraard geen andere taken inplannen tijdens je creatieve sessie.

2. Tijd (beperkt)

Zet je een bepaald tijdlimiet. Dit maakt het ten eerste makkelijk jouw sessie in te plannen en ten tweede kan je zo erg effectief werken. Een tijdsblok van tussen de 45 – 90 minuten is ideaal. Korter dan dat en je hebt niet de tijd om in de flow te komen. Langer dan 90 minuten hou je zonder pauze niet vol. Heel belangrijk: stop niet meteen na je eerste goede idee. Blijf zoeken naar meer alternatieven en hou dit vol. De meest unieke ideeën ontstaan nadat de voor de hand liggende oplossingen de weg vrijgemaakt hebben.

3. Tijd (onbeperkt)

Ken je het dat je beste ideeën soms in je dromen opkomen? Je wordt wakker en plotseling heb je een onverwachte oplossing voor het probleem waar je een avond eerder nog over zat te tobben. Op de fiets, onder de douche of tijdens een wandeling zijn vaak echte ‘ingevingsmomenten’. Als je de eerste twee stappen al toegepast hebt kun je je hersenen de tijd geven om op de beste oplossing te broeden. Gebruik de kracht van je onderbewustzijn en laat het zijn werk doen.

4. Vertrouwen

De grootste tegenstander van creativiteit is angst. Wees niet bang om fouten te maken en dingen uit te proberen. Creativiteit is als een spel – er zijn geen verkeerde antwoorden.

5. Humor

Humor is een essentieel onderdeel van spontaniteit, speelsheid en creativiteit. Het is de snelste manier om van een gefocust en gesloten modus van denken naar een open en creatieve modus te komen. Neem jezelf niet te serieus als je over serieuze problemen gaat nadenken.

Volg deze vijf stappen en je zult zien dat de ideeën komen. Lees hier hoe je vervolgens van een uniek idee een succesvol product maakt en waarom een goede uitvoering zo essentieel is.